Stilgeboorte
Een stilgeboorte, of doodgeboorte, gebeurt wanneer een baby tijdens de zwangerschap overlijdt en zonder leven wordt geboren. Dit kan door verschillende dingen komen, zoals problemen tijdens de zwangerschap, infecties, of aangeboren afwijkingen. We spreken van een stilgeboorte wanneer een baby na 24 weken zwangerschap wordt geboren. Het is een heel emotionele en moeilijke tijd voor de ouders en hun families, omdat ze zich vaak al hadden verheugd op de komst van hun kindje.
De kleur van de huid van een stilgeboren baby is vaak veel donkerder dan van een levende baby. Als de baby erg vroeg in de zwangerschap is geboren, is de huid ook doorschijnend. Bij een baby die al wat langere tijd voor de geboorte is overleden, kan de huid op sommige plekken loslaten. Een (bijna) voldragen overleden baby is grauw van kleur. Ook kan een baby nog donshaartjes hebben (Lanugo) wanneer het geboren wordt.
Het hoofdje van een stilgeboren baby kan bij een vroege geboorte wat vervormd zijn, omdat de schedel nog zacht is. Als een baby overlijdt door een afwijking, is dit vaak ook te zien. Voor ouders kan het erg belangrijk zijn om met eigen ogen te hebben gezien dat er geen kans was dat de baby gezond geboren had kunnen worden.
Hoe heftig het ook is, ouders van een stilgeboren baby kijken meestal toch positief terug op het kennismaken met hun kindje. Ze vinden het minder eng dan verwacht en vaak juist ook erg mooi. Naast het grote verdriet ervaren ze ook de trots en liefde die je als ouders voelt voor je kind. Wel is het belangrijk om je te realiseren dat niets moet. Je mag het op je eigen manier doen en ervaren.
Een bevalling van een stilgeboorte lijkt in veel opzichten op een bevalling van een levende baby, maar er zijn enkele specifieke aspecten en emotionele uitdagingen:
- Inleiden van de bevalling: Vaak wordt de bevalling medisch ingeleid met medicijnen om de weeën op gang te brengen, vooral als je lichaam niet vanzelf begint met de bevalling.
- Ondersteuning en begeleiding: Er is meestal extra emotionele en medische ondersteuning voor jou en je partner. Verloskundigen en artsen begeleiden jullie stap voor stap door het proces en bieden steun bij de moeilijke momenten.
- Duur van de bevalling: De duur van de bevalling kan variëren, net zoals bij een normale bevalling. Het kan enkele uren tot een paar dagen duren, afhankelijk van hoe je lichaam reageert op de inleiding en de voortgang van de bevalling.
- Medische procedures: De bevalling kan op een natuurlijke manier plaatsvinden, maar soms zijn extra medische ingrepen nodig, zoals een keizersnede, afhankelijk van de situatie en jouw gezondheid.
- Emotionele aspecten: De emotionele impact is enorm. Je krijgt vaak de gelegenheid om je overleden kindje te zien, vast te houden en afscheid te nemen. Ziekenhuizen bieden soms faciliteiten zoals fotomomenten en voetafdrukken om de herinnering aan je kindje vast te leggen.
- Nazorg: Na de bevalling is er intensieve nazorg voor jou en je partner, zowel fysiek als emotioneel. Jullie krijgen begeleiding van medisch personeel, psychologen, en steungroepen om jullie te helpen omgaan met het verlies.
Het belangrijkste is dat jij de regie bepaalt tijdens de bevalling. Je wordt door het medische team goed geïnformeerd en ondersteund bij elke stap, maar jij hebt de controle over beslissingen waar dat mogelijk is. De fysieke ervaring van de bevalling kan pijnlijk en uitputtend zijn, maar het emotionele aspect maakt het bijzonder zwaar. De steun van familie, vrienden en zorgverleners is in deze tijd cruciaal.
Je hebt recht op kraamzorg bij een stilgeboorte als je minimaal 18 weken zwanger bent geweest. Kraamzorg is bedoeld om de moeder en het gezin te ondersteunen in de periode na de bevalling, ongeacht of de baby levend of overleden is geboren. De kraamverzorgster kan helpen met zowel de fysieke als emotionele zorg na de bevalling. Bij stilgeboorte hoef je geen eigen bijdrage te betalen.
Kraamzorg kan onder andere bestaan uit:
- Fysieke zorg voor de moeder: Hulp bij herstel na de bevalling, zoals het controleren van de gezondheid van de moeder, ondersteuning bij het douchen en andere dagelijkse activiteiten.
- Emotionele ondersteuning: Hulp en begeleiding bij het verwerken van het verlies, een luisterend oor bieden, en advies geven over waar je verdere hulp kunt krijgen.
- Huishoudelijke taken: Hulp met lichte huishoudelijke taken om ervoor te zorgen dat de moeder kan rusten en herstellen.
- Ondersteuning van de partner en andere gezinsleden: Zorgen dat ook de partner en eventuele andere kinderen de nodige aandacht en zorg krijgen tijdens deze moeilijke periode.
Het is belangrijk om contact op te nemen met je kraamzorgorganisatie om de zorg af te stemmen op jouw specifieke situatie en behoeften. Zij zijn er om je te ondersteunen, ook in deze moeilijke tijd.
Naarmate het overlijden van de baby dichter bij de uitgerekende datum is, is de kans groter dat je moedermelk gaat aanmaken. Dat kan erg confronterend en verdrietig zijn. Veel moeders kiezen ervoor om de melkproductie zo snel mogelijk te remmen met medicatie. De gynaecoloog kan hier advies voor geven. De medicatie is meestal één of twee dagen nodig. Wanneer er stuwing optreedt, kunnen kompressen en een strakke beha helpen. Hier kan de kraamverzorgende of verloskundige bij helpen.
Voor de 24 weken zwangerschap ben je niet verplicht om aangifte te doen, maar het mag wel. Na 24 weken zwangerschap ben je wel verplicht om aangifte te doen. Als je baby is stilgeboren, doe je gelijktijdig aangifte van geboorte en overlijden en krijg je een akte van geboorte.
Als je baby levend is geboren, doe je eerst aangifte van geboorte. Na het overlijden doe je hier aangifte van en krijg je een akte van overlijden. Je mag zelf aangifte van overlijden doen, maar dat hoeft niet.
In alle gevallen heb je een verlof tot begraven/cremeren nodig. Dit is de toestemming die de gemeente afgeeft om je baby te mogen begraven of cremeren. Zonder verlof kan er geen begrafenis of crematie plaatsvinden.
Daarnaast kun je je stilgeboren kindje laten bijschrijven in je trouwboekje. Dit is een mooie manier om je kindje te erkennen en een plekje te geven in je familiegeschiedenis. Je kunt dit bij de aangifte laten doen of later bij de gemeente aanvragen.
Een tweelingzwangerschap is doorgaans risicovoller dan een eenlingzwangerschap om verschillende redenen, die te maken hebben met zowel de moeder als de baby’s. Hier zijn enkele belangrijke redenen waarom tweelingzwangerschappen meer risico met zich meebrengen:
1. Vroeggeboorte
Tweelingen worden vaak te vroeg geboren, meestal rond 36 weken in plaats van de gebruikelijke 40 weken bij een eenling. Ongeveer 60% van de tweelingen wordt te vroeg geboren, en prematuriteit brengt risico’s met zich mee, zoals ademhalingsproblemen, onderontwikkeling van organen, en verhoogde vatbaarheid voor infecties.
2. Laag geboortegewicht
Tweelingen hebben vaker een lager geboortegewicht (minder dan 2,5 kg). Dit komt vaak doordat ze minder tijd in de baarmoeder doorbrengen en de voedingsstoffen en ruimte in de baarmoeder gedeeld moeten worden. Laag geboortegewicht kan leiden tot complicaties zoals ademhalingsproblemen, voedingsproblemen, en een verhoogd risico op infecties.
3. Zwangerschapscomplicaties bij de moeder
Moeders van tweelingen lopen een verhoogd risico op complicaties zoals:
- Zwangerschapsdiabetes: Door de extra druk op het lichaam neemt de kans toe op het ontwikkelen van diabetes tijdens de zwangerschap.
- Hoge bloeddruk: Tweelingzwangerschappen gaan vaker gepaard met pre-eclampsie (hoge bloeddruk), wat gevaarlijk kan zijn voor zowel de moeder als de baby’s.
- Bloedarmoede: Door de extra eisen van het lichaam tijdens een tweelingzwangerschap kan bloedarmoede vaker voorkomen.
- Bloedverlies tijdens de bevalling: Door de grootte van de baarmoeder en de bijkomende stress kunnen complicaties zoals overmatig bloedverlies na de bevalling optreden.
4. Placenta- en navelstrengproblemen
Bij een tweeling kunnen er specifieke problemen ontstaan met de placenta en de navelstreng. Tweelingen kunnen een gedeelde placenta hebben (monochoriale tweeling), wat betekent dat beide baby’s afhankelijk zijn van dezelfde voedingsbronnen. Dit kan leiden tot het tweelingtransfusiesyndroom (Twin-to-Twin Transfusion Syndrome, TTTS), waarbij één baby te veel bloed krijgt en de ander te weinig, wat gevaarlijk kan zijn voor beide baby’s.
5. Keizersnede
Tweelingen worden vaker via een keizersnede geboren omdat de bevalling complexer kan zijn. Dit geldt vooral als de baby’s niet in de juiste positie liggen (bijvoorbeeld als één baby in stuitligging ligt). Een keizersnede brengt op zichzelf risico’s met zich mee, zoals infectie, langere hersteltijd en complicaties voor toekomstige zwangerschappen.
6. Verhoogd risico op aangeboren afwijkingen
De kans op aangeboren afwijkingen, zoals hartproblemen of neurale buisdefecten, is iets hoger bij tweelingen. Dit kan gedeeltelijk te maken hebben met de complexiteit van een meervoudige zwangerschap.
7. Problemen met de groei
Tweelingen kunnen intra-uteriene groeirestrictie (IUGR) ontwikkelen, waarbij een of beide baby’s minder snel groeien dan verwacht. Dit kan te maken hebben met de beperkte ruimte en voeding in de baarmoeder.
Samengevat is een tweelingzwangerschap risicovoller door de verhoogde kans op complicaties zoals vroeggeboorte, laag geboortegewicht, complicaties bij de moeder, en problemen met de placenta of navelstreng.
De emotionele impact bij het overlijden van een broertje of zusje
Het verlies van één van een tweeling bij de geboorte brengt een intense en complexe emotionele pijn met zich mee. Ouders ervaren diep verdriet om het verlies van hun kind, terwijl ze tegelijkertijd moeten zorgen voor de overlevende baby. Dit kan gevoelens van schuld, verwarring en een dubbele rouw veroorzaken. Het blijde moment van geboorte wordt overschaduwd door rouw, wat vaak leidt tot een verscheurende emotionele strijd tussen vreugde en verdriet. Bovendien kan het gemis van de overleden tweeling de ouders, en later ook het overlevende kind, langdurig beïnvloeden.
Of en wanneer ouders na het verlies van een baby weer willen proberen zwanger te worden, is heel verschillend. Sommige ouders verlangen al snel naar een nieuwe zwangerschap, anderen hebben eerst een lange periode van rouw nodig. Ook is zwanger worden uiteraard nooit vanzelfsprekend. De eerste 6 weken na de bevalling is je lichaam nog aan het herstellen en wordt seks met penetratie afgeraden. Maar het kan ook veel langer duren voor je lichaam voldoende is hersteld en je je psychisch klaar voelt voor een zwangerschap.
Heb je opnieuw een kinderwens, bespreek dan met je verloskundige of gynaecoloog of er verhoogde risico’s zijn bij een volgende zwangerschap. Dit hangt af van de oorzaak van het overlijden van je baby. Als er mogelijk een erfelijke oorzaak is, kan genetisch onderzoek wenselijk zijn. Bijvoorbeeld, als er een keizersnede heeft plaatsgevonden, kan het nodig zijn om wat langer te wachten voordat je weer zwanger wordt. Dit geeft het lichaam de tijd om volledig te herstellen van de operatie. Ook kan het nodig zijn dat je extra goed in de gaten wordt gehouden tijdens een volgende zwangerschap.
Het is belangrijk om met je arts te praten voor gepersonaliseerd advies dat past bij jouw situatie en gezondheid. Ze kunnen je begeleiden bij het maken van beslissingen over wanneer het veilig en gezond is om opnieuw zwanger te worden na een stilgeboorte.
Het verhaal van Nikkie & Wesley
Met een goede zwangerschap en een blij uitzien naar de komst van hun eerste kindje, kwam bij 28 weken zwangerschap als een donderslag bij heldere hemel het allesvernietigende nieuws: de artsen konden niets meer voor hun nog ongeboren zoontje betekenen. In deze video delen Nikkie & Wesley het verhaal van hun lieve zoon Vigo.
Je staat er niet alleen voor!
Neem contact met een maatje op
Met het maatjesproject van Stichting Rouwkost bieden maatjes (gesprekspartners) aan waarmee je vrijblijvend in contact kunt komen om ervaring mee uit te wisselen.
-
Maatjes zijn zijn ervaringsdeskundigen en weten dus waar jij doorheen gaat
-
Zowel mannen, vrouwen als koppels zijn beschikbaar
-
Onze maatjes zijn verspreid over heel Nederland