Rouw bij kinderen
Het verlies van een kind is een van de meest aangrijpende ervaringen die een ouder kan meemaken. Het raakt niet alleen de ouders diep, maar ook de broertjes en zusjes, die vaak op hun eigen unieke manier rouwen.
Rouw bij kinderen wordt vaak onderschat, maar de impact is groot. Bijna 5% van de kinderen onder de 18 jaar krijgt te maken met het verlies van een broertje of zusje. Uit onderzoek blijkt dat de manier waarop kinderen omgaan met verlies sterk varieert per leeftijd en ontwikkelingsfase.
Jonge kinderen hebben vaak moeite om te begrijpen dat de dood definitief is, terwijl oudere kinderen zich meer bewust zijn van de emotionele en praktische gevolgen. Daarnaast lopen kinderen die vroeg in hun leven een broer of zus verliezen, een groter risico op langdurige psychische klachten zoals angst of depressie. Dit betekent echter niet dat elk kind extra hulp nodig heeft, maar het benadrukt wel hoe belangrijk het is om hen zorgvuldig te begeleiden en de juiste ondersteuning te bieden, zowel door ouders als, indien nodig, door professionele hulp.
Deze feiten onderstrepen het belang van betrokkenheid en aandacht voor de unieke rouwbehoeften van elk kind.
Kinderen rouwen anders dan volwassenen. Hun emoties zijn vaak fragmentarisch; ze schakelen van verdriet naar spelen en weer terug. Dit komt omdat ze nog niet de emotionele vaardigheden hebben ontwikkeld om langdurig bij een gevoel te blijven. Hun rouw kan ook variëren naargelang hun leeftijd en ontwikkelingsniveau. Een jong kind kan moeite hebben met het begrijpen van de definitieve aard van de dood, terwijl oudere kinderen zich meer bewust zijn van de implicaties, wat kan leiden tot angst, woede of schuldgevoelens. Het is belangrijk om kinderen te laten zien dat al hun gevoelens er mogen zijn. Open communicatie, eenvoudige uitleg en ruimte voor hun emoties kunnen hierbij helpen.
Het is natuurlijk heel lastig om te bepalen in hoeverre je je kinderen betrekt in de moeilijke momenten rondom het overlijden. Over het algemeen is het belangrijk om kinderen niet helemaal af te schermen van wat er gebeurt, maar wel rekening te houden met hun leeftijd en emotionele draagkracht. Als kinderen betrokken worden bij de situatie, bijvoorbeeld bij het afscheid of de begrafenis, kan dit hen helpen de realiteit van het verlies te accepteren en een manier te vinden om afscheid te nemen.
Geef hen echter de keuze of ze betrokken willen zijn bij bepaalde momenten, zoals het zien van het overleden broertje of zusje of het bijwonen van de uitvaart. Dwing ze nooit, maar bied geruststellende uitleg en bied alternatieven, zoals een eigen moment om afscheid te nemen of iets te tekenen of schrijven voor hun broertje of zusje.
Wanneer je kinderen misschien beter niet direct betrekt, is wanneer de emoties of situaties te zwaar zijn voor hun leeftijd, zoals intense uitbarstingen van verdriet of het regelen van praktische, emotioneel beladen zaken. Daartegenover staat dat het tonen van je eigen verdriet wel belangrijk kan zijn; ze mogen zien dat het oké is om verdriet te hebben.
-
Zorg voor structuur. Een gewoon dagritme geeft je kind houvast.
-
Probeer ook de regels en grenzen aan te houden die je kind gewend is.
-
Troost je kind als hij verdriet heeft, op een manier die je kind prettig vind. Soms is dat een knuffel maar bedenk ook dat aanwezig zijn genoeg kan zijn. Bijvoorbeeld samen iets bakken. Geef hem ruimte om te huilen en blijf bij hem.
-
Word niet boos als je kind vrolijk is. Of als hij iets ‘geks’ zegt over zijn overleden broertje/zusje. Als hij merkt dat sommige emoties of uitspraken ‘verboden’ zijn, kan hij besluiten zich minder te uiten.
-
Let op klachten als buikpijn, hoofdpijn, misselijkheid, verstopping of niet willen eten. Deze klachten kunnen een psychische oorzaak hebben. Ga hiermee naar de huisarts.
Soms hebben kinderen meer ondersteuning nodig dan je als ouder zelf kunt bieden, en dat is heel normaal. Je kunt letten op signalen dat hun rouw vastloopt of dat ze erg worstelen. Dit kan zich uiten in gedragsveranderingen, zoals terugtrekken, plotselinge woede uitbarstingen, bedplassen (bij jongere kinderen), concentratieproblemen of zelfs lichamelijke klachten zoals buikpijn. Als een kind na verloop van tijd blijft worstelen met intens verdriet, angst, of niet lijkt te kunnen praten over wat er gebeurd is, kan dat een teken zijn dat professionele hulp nodig is. Kinderpsychologen of gespecialiseerde rouwbegeleiders kunnen hen helpen op een manier die aansluit bij hun belevingswereld.
Een extra pijnlijke realiteit is dat kinderen die na het overlijden van hun broertje of zusje worden geboren, of die nog heel jong waren tijdens het verlies, hun broertje of zusje nooit echt zullen kennen. Toch kan het waardevol zijn om hen verhalen te vertellen, foto’s te laten zien of op een andere manier de herinnering levend te houden, als dat voor jou als ouder ook goed voelt. Het helpt hen om te begrijpen dat dit deel is van jullie familiegeschiedenis.
Op latere leeftijd kunnen kinderen vragen stellen en kan het helpen om open te blijven over wat er gebeurd is, op een manier die bij hun leeftijd past. Zo kunnen ze een beeld vormen van hun overleden broertje of zusje, ook al hebben ze hen niet zelf gekend. Het kan zelfs een belangrijke rol spelen in hun eigen identiteitsvorming.
De invloed van rouw op je gezin
Vijf vaders uit het boek ‘Pappa’s rouwen ook’ kwamen bij elkaar om in gesprek te gaan over het verlies van hun kind(eren). In dit fragment zijn vaders aan het woord over de invloed van rouw op het gezin.
Dit fragment een onderdeel van het boek “Pappa’s rouwen ook” en is een productie van stichting Rouwkost
Je staat er niet alleen voor!
Neem contact met een maatje op
Met het maatjesproject van Stichting Rouwkost bieden maatjes (gesprekspartners) aan waarmee je vrijblijvend in contact kunt komen om ervaring mee uit te wisselen.
-
Maatjes zijn zijn ervaringsdeskundigen en weten dus waar jij doorheen gaat
-
Zowel mannen, vrouwen als koppels zijn beschikbaar
-
Onze maatjes zijn verspreid over heel Nederland